Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in
Noord-Brabant werd in 1837 opgericht door Bosschenaren Hendrik Palier
(1785-1853) en Cornelius Rudolphus Hermans (1805-1869). Het genootschap
streefde ernaar een grote wetenschappelijke bewaarbibliotheek te
stichten om zo een bijdrage te leveren aan de studie van de Brabantse
geschiedenis. In 1864 telde deze boekerij 14.000 banden. Naast een
collectie zeldzame Brabantse drukken, maken handschriften en
archivalische bronnen een belangrijk onderdeel uit van deze bibliotheek.
In 1986 werd de Bibliotheek van het Provinciaal Genootschap aangekocht
door de provincie Noord-Brabant en in beheer gegeven aan de Bibliotheek
van de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg. Het eerste deel geeft
beschrijvingen van middeleeuwse handschriften en fragmenten (57 nummers)
en behelst hoofdzakelijk meditatie-, gebeden- en getijdenboeken uit de
Late Middeleeuwen. Onder de recentelijk ontdekte membra disiecta
bevinden zich drie fragmenten van Jacob van Maerlant's Spiegel
historiael en een fragment van Jan van Boendale's Der Leken Spieghel. In
het tweede deel worden ale jongere handschriften en archivalische
bronnen beschreven (561 nummers). Het betreft hier handschriften en
archivalia op het terrein van onder meer genealogie, heraldiek, algemene
en staatkundige geschiedenis, historische geografie, volkskunde,
militaire geschiedenis, economische en sociale geschiedenis,
rechtsgeschiedenis, kerkgeschiedenis, cultuurgeschiedenis.